Louis Salomons Feuilleton 28 — Amstel 188

Amstel, v.r.n.l. 176 gedeeltelijk-190 gedeeltelijk.
Amstel 188 is het vijfde huis links van de hoek.
De schoorsteen op de achtergrond hoorde bij diamantslijperij Holshuijsen en Stoeltie

Amstel 188

Via Salomon Abas, de dirigent van het Nieuw Joods Kamer Orkest wist Louis een onderduikadres te regelen bij zangeres Hendrika Weisz aan de Amstel 188. Cootje huurde in september 1942 illegaal de zolder. Officieel schreef ze zich weer in bij haar oude vriendin Janny van Wering aan de Stadhouderskade 1361.

Louis hield zijn woning aan de Reggestraat aan. De grootouders van Cootje waren daar immers ingetrokken bij de jonggehuwden in juli 1941. Ze hadden tot dan toe bij Cootjes moeder en stiefvader ingewoond in de Van Houweningenstraat 40 driehoog. De zorg voor haar door reuma gekwelde echtgenoot en haar bejaarde ouders groeide haar boven het hoofd, zodat ze besloot dat opa en oma naar de Reggestraat moesten verhuizen. Daar konden Louis en haar dochter een oogje op hen houden2.

Henrika Weisz (1908-1989), men noemde haar Hansje, was een bekende verschijning in de Amsterdamse artistieke kringen. Anders dan haar naam deed vermoeden was ze niet joods. Ze had een relatie met tenor Machiel Gobets (1905-1945) aan welke verbintenis zij twee kinderen Hansje jr (1936) en Eduard (1934) had overgehouden. Gobets was in zijn tijd een geliefde vertolker van het lichtere repertoire. Hij zong vooral operette, joodse liedjes en kleinkunst. Hij stond bekend om zijn zoetgevooisde stem en zijn losbandige levensstijl. Bovendien heiligde hij de sabbat niet, waardoor de rabbijn hem verbood om nog langer in de synagoge te zingen3

Machiel Gobets

In april 1939 betrokken Hansje en Machiel samen met de kinderen het pand aan de Amstel 188. Het was een van die hoge, smalle en diepe grachtenpanden waar de Amsterdamse binnenstad zo rijk aan is, een onoverzichtelijk kruip-door-sluip-door huis met een bedrijfsruimte op de begane grond, drie verdiepingen en een ruime zolder.
Het huis was veel te groot voor een gezin van vier. Hansje had dit huis juist gekocht om naast haar zangcarrière met de verhuur van kamers extra inkomsten te hebben. Het pand stond voordien bekend als Pension Amstelzicht4. Het was gelegen op een steenworp afstand van het bruisende Rembrandtplein en werd omsloten door de niet minder bruisende Amstelstraat en Wagenstraat, waar men zich op elke gewenste wijze kon ontspannen. Een erg rustig huis zal het niet geweest zijn: geluiden van de omliggende kroegen en danslokalen moeten zeker doorgedrongen zijn tot de woning.

De woningkaarten van het pand in het Amsterdamse stadsarchief zijn door de talrijke doorhalingen weinig overzichtelijk, wel laten ze zien dat het een komen en gaan van huurders geweest moet zijn.
Enkelen van hen spelen een rol in dit verhaal.

In de herfst van 1939 verhuurde Hansje een kamer aan makelaar en bouwkundige Wolf (Wolly) de Leon (1907-1982). Hij verhuisde alweer in 1940 naar een etage in de Van Baerlestraat 865, maar in september 1942 keerde hij terug om Hansjes eerste onderduiker te worden.

In de zomer van 1941 huurde muzikaal wonderkind, violist, dirigent en componist Salomon Abas (1900-1943) woonruimte samen met zijn derde echtgenote de gerenommeerde pianiste Franziska Schotter6. Abas was in de jaren dertig onder zijn artiestennaam James Walton beroemd geworden onder andere met de revue ‘Hier Parkeren!’.7
Hij nam ook de bedrijfsruimte op de begane grond in gebruik als kantoor voor de administratie van het Nieuw Amsterdams Kamer Orkest, dat eind 1941 op last van de bezetter omgedoopt moest worden in Nieuw Joods Kamer Orkest. 
Het huwelijk tussen Salomon en Franziska hield echter geen stand. In februari 1942 begon ze een relatie met de joodse musicoloog Felix Bing. Beiden zouden de oorlog overleven. Ze kwamen in Westerbork terecht, waarvandaan ze naar Bergen-Belsen gedeporteerd werden. Ze hadden geluk. In januari 1945 maakten ze deel uit van een uitwisselingstransport naar Algiers8. Uiteindelijk vestigden ze zich in New York.

Machiel Gobets verhuisde in juni 1942 nadat de relatie met Hansje gestrand was om januari 1943 weer in het huwelijk te treden9. De zus van Hansje Maria Petronella, ook wel tante Rie genoemd kwam voor hem in de plaats. Ze paste op de kinderen en hielp mee in het huishouden nu Hansje er alleen voorstond.

Gobets had als medewerker culturele zaken van de Joodse Raad een zg. Sperre, dwz hij was – althans voorlopig – vrijgesteld van deportatie. Desondanks werd hij in mei – juni 1943 opgepakt en naar Westerbork overgebracht. Daar zou hij enkele malen optreden met joodse volksliederen en liederen uit de operette Gräfin Mariza. In januari werd hij op transport gesteld naar Theresienstadt, waar hij nog vele malen zou optreden. In september 1944 werd hij via Sachsenhausen overgebracht naar Dachau, waar hij op 20 april 1945 zou bezwijken aan de gevolgen van tyfus10.

Toen in de loop van 1942 het duidelijk werd door de elkaar in rap tempo opvolgende anti-joodse maatregelen dat joden maar beter konden onderduiken, liet Hansje hier en daar de vloeren in het huis wat ophogen, enkele wanden verdubbelen en wat extra kastruimte timmeren, zodat ze makkelijk een paar onderduikers kwijt kon11. Want dat ze haar joodse vrienden moest helpen, dat stond voor haar vast.

Vanaf september 1942 vond een aantal onderduikers een veilig onderdak aan de Amstel:
Allereerst de hiervoor genoemde Wolly de Leon. Vervolgens vond zanger Aron (bekend als Iwan) Mindlin (1917-1987), een bekende uit de joodse artistieke kringen er een onderkomen. Er moet ook nog een contrabassist ondergedoken gezeten hebben, maar diens naam is niet bekend.
Dan was er natuurlijk Louis, die samen met Cootje de zolderetage huurde zoals we hierboven gezien hebben. En tot slot Salomon Abas die in zijn eigen huis onderdook12.

Als voormalig pension Amstelzicht had het huis nooit een gunstige reputatie genoten bij de politie en ook de bezetter hield het goed in de gaten, ondanks het feit dat Hansje het pension opgedoekt had en alleen kamers voor de langere termijn verhuurde.
Er werden dan ook regelmatig huiszoekingen gedaan gericht tegen eventuele onderduikers, maar het lukte Hansje en Cootje steeds weer om de Duitsers om de tuin te leiden13

Boven de zolder waar Louis en Cootje woonden, bevond zich nog een vliering waar Louis en ook Wolly zich konden verschuilen. 
Wanneer tijdens huiszoekingen Cootje gevraagd werd wat ze eigenlijk op dit adres deed, waar zij volgens haar persoonsbewijs niet woonde, antwoordde ze steevast dat ze daar kwam om dwarsfluit te studeren, aangezien ze dat thuis op de Stadhouderskade niet kon14

Tijdens die ondervragingen ging het weinig zachtzinnig toe. Terwijl het hele huis ondersteboven gekeerd werd, kreeg Cootje allerlei sadistische dreigementen naar haar hoofd geslingerd en werd ze seksueel bedreigd.  Intussen zat Louis op zijn vliering en kon het allemaal horen. Het moet een vernederende ervaring geweest zijn15.

Ondanks zijn valse persoonsbewijs kwam Louis zo min mogelijk buiten. 
Van Hansje Weisz junior weten we dat hij veel met haar en haar broertje speelde. De kinderen waren dol op hem, omdat hij altijd grapjes maakte en hen allerlei goocheltrucjes leerde16. Het kan bijna niet anders of hij heeft ook fagot gestudeerd. Hoe kon hij anders ‘ in vorm’ blijven? Misschien met een demper of ergens in een kast op de zolder? Helaas is daar niets over bekend.
Maar het feit dat hij na bijna drie jaar in onderduik te hebben gezeten op eerste de dag na de capitulatie al weer bij het Concertgebouw voor de deur stond voor de eerste naoorlogse repetitie alsof hij nooit weg geweest was en begin september het publiek – en de recensent van de Waarheid – wist te ontroeren met zijn solo’s in Rimsky Korsakows Scheherazade17, bewijst dat hij tijdens zijn onderduik niet aan techniek had ingeboet en zijn embouchure goed op peil had weten te houden.

Tussen september 1942 tot mei 1943 kwam Kees Krom eens per week op les18. Dat moet een welkome onderbreking van het geïsoleerde onderduikersbestaan geweest zijn. Waar die lessen plaatsvonden is niet duidelijk. Maar het is aannemelijk dat er in het huis dat zo’n twintig meter diep was en aan alle kanten ingebouwd, wel ergens achterin een geschikte geluidsdichte ruimte te vinden was. 

Cootje was in korte tijd een onmisbare steun en toeverlaat voor Hansje geworden19. Ze voorzag in de dagelijkse levensbehoeften van de onderduikers, hielp met het huishouden en bracht de laatste nieuws uit de buitenwereld over; meestal slecht nieuws. Razzia’s, arrestaties, executies, toenemende armoede, de oorlog scheen bovendien eindeloos te zijn.

Louis zag zijn familie steeds kleiner worden. Sommige van zijn familieleden waren op transport gesteld, anderen zaten ondergedoken, zoals zijn neef Samson, met wie hij een jaar in het Palestine Symphony Orchestra had gespeeld. Die zat een paar straten verderop in de Kerkstraat 411 op driehoog ondergedoken. De neven zouden elkaar pas na de oorlog weer ontmoeten voordat Samson in 1946 naar Zuid-Afrika emigreerde20.

Het trieste nieuws uit Westerbork van het overlijden van zijn oom en muzikale mentor Joseph Samuel de Groen in april 1943 moet als een grote schok gekomen zijn. Het bejaarde echtpaar De Groen was in maart uit hun huis gehaald aan de Burmanstraat 35 en op de trein naar Westerbork gezet21. Daar was Joseph ernstig ziek geworden. De grote Willem Mengelberg had zich in eigen persoon ingezet om De Groen als zg. Verdienstjude op de Barneveldlijst te krijgen, maar zijn verzoek kwam te laat22.
Tante Estella die zo mooi piano kon spelen en haar man zo vaak begeleid had bij tal van gelegenheden, kwam niet in aanmerking voor een ‘Sperre’, ze werd eind april op de trein naar het oosten gezet23.

Wat dat betekende begon zo langzamerhand bekend te worden door de berichtgeving van de BBC, die men op zijn clandestiene radiotoestel goed kon ontvangen. Wat er in het oosten met de joden gebeurde was echter zo gruwelijk dat velen het weigerden te geloven. Men wilde het niet weten. Wie niet wist, kon wel vermoeden, want hoeveel brieven men ook naar gedeporteerde familieleden en kennissen stuurde, er kwam nooit een antwoord terug.

Van Aron (Ivan) Mindlin weten we dat hij actief was in het verzet. Hij was betrokken bij de aanslag op het bevolkingsregister op 27 maart 1943. Het overgrote deel van de verzetsgroep die de aanslag pleegde, werd na verraad opgepakt en begin juli geëxecuteerd. Mindlin wist de dans te ontspringen evenals Gerrit van der Veen die de aanslag geleid had24
Ivan was een veelzijdig mens. Hij trad al in 1938 op in het Muzieklyceum op als zanger. Na de oorlog nam hij aanvankelijk zijn oude beroep van musicus en acteur weer op, maar vanaf 1950 was hij ook werkzaam als journalist (tijdens de Zesdaagse oorlog interviewde hij Golda Meir), tv-presentator en documentairemaker. Hij emigreerde in 1972 naar Engeland waar hij in 1987 stierf25.

Tussen Wolly de Leon en Hansje bloeide na het vertrek van Machiel Gobets een romantische relatie op, die na de oorlog zou uitmonden in een kortstondig huwelijk26.

Het ging bijna een jaar goed aan de Amstel 188. Tot aan het voorjaar van 1943 wisten de bewoners de bedreigingen van de kant van de bezetter te doorstaan. Er werden enkele huiszoekingen gehouden, maar de bewoners hadden zich blijkbaar goed georganiseerd. Bovendien wisten Cootje en Hansje bij die gelegenheden hun koelbloedigheid te bewaren, zodat de bezetter steeds onverrichter zake vertrok. Het huis moet een ideale biotoop geweest zijn voor een onderduikers. Het was oud en vervallen, rommelig met overal kamertjes en berghokken, overal mensen, kortom een ware kwelling voor hen die de huiszoeking moesten verrichten27.

Het zou echter niet lang duren voordat er een abrupt einde kwamen deze – naar oorlogsmaatstaven – in betrekkelijke rust verlopen periode.

Met dank aan Willem de Haan en Peter Polak

___________________________________________________________________________________

  1. Sociaal Rapport Jacoba Alida Oud-Polak Stichting 1940-1945, dd 27-08-1988 
    ↩︎
  2.  idem↩︎ ↩︎
  3. Joods Monument ↩︎
  4. Gemeente Amsterdam Stadsarchief (GAS) – Woningkaart Amstel 188 ↩︎
  5. Gemeente Amsterdam Stadsarchief (GAS) – Woningkaart Van Baerlestraat 86 ↩︎
  6. Gemeente Amsterdam Stadsarchief – Archiefkaart ↩︎
  7. Wikipedia ↩︎
  8. Arolsen Archief ↩︎
  9. Joods Monument ↩︎
  10. Joods Monument ↩︎
  11. W.J.M. de Haan – Interview met Hansje Weiss jr., november 2023. ↩︎
    ↩︎
  12. W.J.M. de Haan – Interview met Hansje Weiss jr., november 2023 ↩︎
  13. Sociaal Rapport Jacoba Alida Oud-Polak Stichting 1940-1945, dd 27-08-1988  ↩︎
  14. Sociaal Rapport Jacoba Alida Oud-Polak Stichting 1940-1945, dd 27-08-1988  ↩︎
  15. Sociaal Rapport Jacoba Alida Oud-Polak Stichting 1940-1945, dd 27-08-1988  ↩︎
  16. W.J.M. de Haan – Interview met Hansje Weiss jr., november 2023 ↩︎
  17. De Waarheid; recensie; 05-09-1945  ↩︎
  18. De Lachende Fagottist – Interview met Erik Krom, april 2023↩︎ ↩︎
  19. W.J.M. de Haan – Interview met Hansje Weiss jr., november 2023. ↩︎
  20. De Lachende Fagottist – E-mail Ferdinanda Hanke-Struve; mei 2020. ↩︎
  21. Arolsen Archief  ↩︎
  22. Pauline Micheels–Muziek in de schaduw van het Derde Rijk; Walburg Pers 1993; p. 195  ↩︎
  23. Arolsen Archief ↩︎
  24. Website Instituut Sociale Geschiedenis, februari 2024  ↩︎
  25. Joods Monument ↩︎
  26. Gemeente Amsterdam Stadsarchief (GAS) – Archiefkaarten Henrika Weisz en Wolf de Leon  ↩︎
  27. Sociaal Rapport Jacoba Alida Oud-Polak Stichting 1940-1945, dd 27-08-1988 S ↩︎
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, Louis Salomons en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie