Louis Salomons Feuilleton 25 — Een scheiding uit liefde

Een scheiding uit liefde

Nu Louis werkeloos ondergedoken zat, was het voor Cootje des te belangrijker om aan het werk te blijven. Ze had geweigerd om zich bij de Kultuurkamer aan te sluiten. Desondanks was zij onder de radar van de bezetter gebleven en had relatief ongestoord door kunnen werken. Ze trad regelmatig op voor de radio onder andere met haar vriendin klaveciniste Janny van Wering met wie ze een vast duo vormde. 

Al spoedig bleek dat ook zij niet veel baat bij haar gemengde huwelijk had. De omroep in Hilversum – een van haar regelmatige opdrachtgevers – besloot in de zomer van 1942 dat gemengd gehuwden niet langer in tijdelijk dienstverband mochten werken. Dat betekende dat Cootje haar belangrijke freelance inkomsten uit radio optredens zou verliezen. Om dit te vermijden wist ze via contacten uit het verzet een formulier te krijgen waarop stond dat ze ‘officieel’ gescheiden was en dus niet meer de naam Salomons droeg. Het was wat je noemt een scheiding uit liefde, zodat ze kon blijven werken en voor Louis en de andere onderduikers aan de Amstel 188 kon blijven zorgen.
Op haar persoonskaart van het Stadsarchief van Amsterdam staat de datum van de scheiding vermeld: 15 september 1942. Op de kaart van Louis staat de scheiding niet vermeld, hij bleef getrouwd!

Dankzij Cootjes engagementen zat het echtpaar niet helemaal zonder geld. Bovendien kreeg Louis nog een tijdje lang een uitkering van het JSO en toen daar de fondsen uitgeput waren, ontving hij vanaf 1943 maandelijks van zijn oude werkgever Het Concertgebouw Orkest 125 gulden. Een bedrag dat Cootje als een fooi beschouwde. Toch hielp het om de eindjes aan elkaar te knopen.

Ze verrichtten ook thuiswerk: knopen maken en leren riempjes in elkaar zetten voor één cent per stuk, bestemd voor de rug- en broodzakken waarvoor in het Joods Weekblad zo druk geadverteerd werd, onontbeerlijk voor de reis naar Westerbork en de ondergang in het verre oosten.

Advertentie Joodsche Weekblad van 6 november 1942

Een andere bescheiden bron van inkomsten kwam van het Muzieklyceum dat Louis in september 1942 een leerling bezorgde; dat was Kees Krom, een werkeloze banketbakker uit Wormerveer. Kees speelde baritontuba in de lokale Harmonie Excelsior waar Piet van Mever dirigent was. Van Mever was ook tweede dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Toen dat orkest in 1942 van de Duitsers mocht uitbreiden en toestemming kreeg om een extra fagottist aan te nemen, viel de keus op Krom die een uitstekende reputatie had en zelfs enkele amateurconcoursen gewonnen had als baritontubaïst. Hij moest alleen omgeschoold worden tot fagottist en daartoe werd Louis Salomons aangezocht.

Kees Krom, midden voor met de fagotgroep van het Concertgebouw Orkest, 1976. V.l.n.r. Guus Dral, Kees Olthuis, Brian Pollard en Joep Terweij.

Kees kreeg van Louis een stoomcursus fagot; de lessen begonnen in september 1942 en kunnen niet langer dan voorjaar 1943 geduurd hebben, want op 1 mei kreeg hij een aanstelling bij het RPhO en verhuisde hij naar Rotterdam. Hij had maandenlang acht uur per dag gestudeerd zo verklaarde hij later. Hij zou het nog ver schoppen: van 1955 tot aan zijn pensioen in 1976 was hij fagottist en contrafagottist van het Concertgebouw Orkest.

Waar vonden die lessen dan plaats? Toch niet op de Amstel 188? Of misschien toch ergens op zolder? Hansje zelf was zangeres, Salomon Abas pianist; ook andere musici zoals zanger Michel Gobets en pianiste Franziska Schotter waren er kind aan huis, het kan niet anders of er werd regelmatig gemusiceerd. Van Cootje weten we dat ze er op zolder fluit studeerde. Tot grote vreugde van Louis overigens, die later verklaarde dat hij daar veel troost uit had geput. Als haar bij huiszoekingen (die regelmatig voorkwamen) gevraagd werd wat ze op dat adres deed, was haar antwoord steevast dat ze daar kwam om te studeren, aangezien ze dat thuis niet kon. Waarschijnlijk hebben die fagotlessen toch plaats gevonden in Pension Amstelzicht. 

Alternatieven zijn er niet; het was voor Louis veel te gevaarlijk om zich op straat te wagen, ook al zag hij er met zijn rijzige gestalte en blauwe ogen volgens de normen van de bezetter niet erg ‘joods’ uit. Met zijn eenentwintig jaar was zijn leeftijd het grootste probleem. Hij kon elk moment opgepakt en te werk gesteld worden.

Hoe riskant het was om je op straat te begeven zou mede onderduiker Salomon Abas spoedig aan den lijve ondervinden.

Bronnen:
Stadsarchief Amsterdam
Joodsche Weekblad
Website Joods Monument
Website Opera Nederland
Interview en e-mailwisseling met Erik Krom 2023
Emailcorrespondentie met professor W.J.M. de Haan n.a.v. diens gesprek met Hansje Weisz jr oktober 2023

Dit bericht werd geplaatst in fagottist, Geschiedenis, Louis Salomons en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie